-
1 against
prep. tegen; tegenover; aanleunend tegen[ əgenst, əgeenst]♦voorbeelden:against the current • tegen de stroom inevidence against John • bewijs(materiaal) tegen Johnthe odds are against John • de kansen zijn in Johns nadeelvaccination against the measles • inenting tegen de mazelenhouses against a blue sky • huizen die afsteken tegen een blauwe hemelfall against the table • tegen de tafel aan vallen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский